Hoe herdenk jij de afschaffing van de slavernij? – Alison Huizing
Een persoonlijk verhaal over Keti Koti. Verscheen in 2013 in het boek “Hoe diep zit de pijn?” met interviews en foto’s van Sanne van der Most. Nog te bestellen voor €10,00 via info@ketikotirotterdam.nl
Alison Huizing
‘Rotterdamse jongeren zijn juist super geïnteresseerd in hun eigen roots’
‘Veel mensen blijven hangen in het verleden. Die praten nog steeds over slavernij. Vaak zelfs zonder precies te weten hoe het eigenlijk zat. Zelf zie ik slavernij vooral als mijn erfgoed: gedeeld verleden en gedeelde smart. Veel jongeren hebben het moeilijk en voelen zich gediscrimineerd. Ze kunnen geen stageplek en geen baan vinden waardoor ze ineen cirkel raken. Dan trekken ze vaak één op één de lijn naar wat er het verleden is gebeurd. Ik reken daar meteen mee af. Je moet gewoon positief naar de toekomst kijken en uitgaan van je eigen kracht. Maak er iets van. Dat doe ik ook. Ik ben in Suriname geboren en ik ben half indiaans, half creools. Een moksi dus. Ik stam ook af van de slaven. Maar ik laat me echt niet kennen. Hoe meer obstakels ik tegenkom, hoe harder ik mijn best doe.’
‘Met mijn stichting ‘Whatever’ bied ik Rotterdamse jongeren van de straat een creatief alternatief. Het is ooit begonnen toen mijn zoontje en zijn vriend muziek wilden maken op straat. Niemand wilde ze helpen en toen ben ik me er mee gaan bemoeien. Het groeide verder en verder en inmiddels -twaalf jaar later- help ik mensen hun eigen creatieve stichting opzetten en geef ik allerlei workshops op scholen en wijkcentra. Gericht op de eigen cultuur en de eigen wortels. Djembe, brass muziek, kawina, traditionele dans en klederdracht en de geschiedenis van de koto en de panji. Keti koti vieren wij dit jaar met een optocht en een groot buiten festival in het Zuiderpark in Rotterdam. Alle nationaliteiten doen mee.’
‘Heel veel mensen zeggen dat Rotterdamse jongeren niet geïnteresseerd zijn in hun verleden. Dat zijn allemaal vooroordelen van mensen die niet weten waar ze het over hebben. Ik zie een heel ander beeld. Ze zijn juist super geïnteresseerd in hun eigen roots. Bij mijn workshops zie ik kleine kinderen van vier die lopen te kicken als ze een klederdrachtshow doen en oma straalt van geluk. Wat een mooi gezicht is dat. Stilstaan bij wat er is gebeurd, vind ik belangrijk. Maar altijd met de blik op de toekomst. Er komt nu een Rotterdams slavernijmonument. Daar ben ik uiteraard heel blij mee. Jammer alleen dat het niet op een wat meer prominente plek staat in het centrum van Rotterdam. Het is ook gek dat de dag van de officiële onthulling samenvalt met Dunya. Zoiets belangrijks als een slavernijmonument moet toch een eigen dag hebben? Ik zou graag hebben gezien dat er was overlegd met alle kleine stichtingen en verenigingen. We werken niet samen, dat is tekenend voor Surinamers. We halen elkaar omlaag in plaats van samen op te trekken. Het is ieder voor zich. Misschien is dat dan toch een erfenis van het verleden.’