Hoe herdenk jij de afschaffing van de slavernij? – Boris van Berkum
Een persoonlijk verhaal over Keti Koti. Verscheen in 2013 in het boek “Hoe diep zit de pijn?” met interviews en foto’s van Sanne van der Most. Nog te bestellen voor €10,00 via info@ketikotirotterdam.nl
Boris van Berkum
‘In Winti zie je de kracht van een volk’
Ik kwam voor het eerst in aanraking met de Winti op een Wintiprey. Die werd toevallig gehouden in het clubhuis Arend en de Zeemeeuw op het Brienenoord eiland, waar ik mijn atelier heb. Er ging een compleet nieuwe wereld voor me open. Je kan wel spreken van liefde op het eerste gezicht. Ik kwam daar ook Wintipriesteres Marian Markelo tegen. Zij was het die mij vroeg om de traditionele rol van kunst in het ritueel te doen herleven binnen de Winticultuur. Voor een beeldhouwer is dat een geweldige opdracht.’
‘Ik begreep dat de Winti zijn meegereisd tijdens de trans-Atlantische slavernij naar Suriname. De dansrituelen, de liederen en de traditionele klederdracht -koto’s- vormen het kloppend culturele hart. Maar ik zag ook dat het eeuwenoude gebruik van het sculptuur en het masker in de Winticultuur op de achtergrond is geraakt. Dit is een direct gevolg van de slavernij: Een tot slaaf gemaakte had immers geen eigen bezit en de uitvoering van Winti was verboden op de plantages. Een tot slaaf gemaakte restte alleen zijn stem en kleding om zijn identiteit in ere te houden, waardoor de Winti toch bleef voortbestaan. Dat vind ik mooi. Daar zie je de kracht van een volk.’
‘Uiteindelijk is er uit dit alles een kunstproject t gerold. ‘Ik ben niet te koop’ heet het. Het is het resultaat van twee jaar studie naar de Winti en de Slavernij. Met dit project willen we beeldende kunst weer een rol geven binnen de winticultuur. Ons vertrekpunt wordt gevormd door de antieke sculpturen en maskers uit West Afrika. De Afrikaanse voorouders hebben deze kunst gemaakt voor zingeving, genezing en ritueel gebruik. Daarmee is het dan ook cultureel erfgoed van de Afro-Surinamers. De maskers staan in onze musea nu in vitrines, maar eigenlijk zijn ze bedoelt om mee te dansen. Doordat we tegenwoordig 3D-scan en print technologie hebben, kunnen we deze kunst gebruiksklaar maken. We scanden de antieke maskers in en printen ze in kunststof. Het ziet er heel bijzonder uit. De vormen van onze nieuw geprinte maskers zijn Afrikaans en de kleuren Surinaams. Samen met theatergroep UNTOLD hebben we vervolgens een dansvoorstelling ontwikkeld. Als we straks op tournee gaan , nemen we de maskers mee, door heel Nederland, Suriname en Curaçao. Dan kan iedereen er kennis van nemen, de nieuwe kunstcollectie bekijken en keuren.’