Hoe herdenk jij de afschaffing van de slavernij? – Ronald Bijnaar

Een persoonlijk verhaal over Keti Koti. Verscheen in 2013 in het boek “Hoe diep zit de pijn?” met interviews en foto’s van Sanne van der Most. Nog te bestellen voor €10,00 via info@ketikotirotterdam.nl

Ronald Bijnaar

‘Als kind begreep ik niet waarom het voor mijn oma zo belangrijk was’

21 Ronald Bijnaar

 

‘Als ik aan 1 juli denk dan denk ik aan mijn oma. Het was echt haar feest. Een week van te voren streek en bond ze haar hoofddoek en legde ze al haar kleren klaar. Het liefst stak ze mij en mijn neefjes en nichtjes ook in een feestelijk gewaad en bond ze ons een hoofddoek om. Die hoofddoek vond ik verschrikkelijk. Ik schaamde me dood tegenover mijn klasgenootjes. Hoewel ik het feest zelf altijd heel gezellig vond, begreep ik als kind nooit precies wat het betekende en waarom het voor mijn oma zo belangrijk was. Natuurlijk had ik gehoord over de slavernij. Maar wat die onderdrukking precies inhield en waarom het zo erg was, daar vertelde mijn oma eigenlijk nooit over. Ik heb mijn oma ook nooit meer kunnen vragen waarom 1 juli zo belangrijk voor haar was, want op elfjarige leeftijd vertrok ik naar Nederland en toen ik jaren later terug ging naar Suriname was zij al overleden.’

‘Bij ons thuis werd er ook nooit zo veel over de slavernij gesproken. Niet dat het taboe was, maar het speelde niet zo’n rol. Rond mijn dertigste kreeg ik meer interesse voor het verleden van mijn voorouders. Ik wilde graag weten waar ik vandaan kwam. Toen ik jong was zei ik altijd dat ik naar Ghana wilde – al weet ik niet precies waarom en of mijn voorouders daar überhaupt wel kwamen. Ik wilde ook weten waarom het thema slavernij voor sommige mensen zo beladen is. Vooral voor autochtone Nederlanders. Ik kan dat nog steeds niet begrijpen. Want iedereen weet toch dat we dit met z’n allen afkeuren en dat de Nederlanders en de Surinamers van nu niet dezelfde mensen als toen zijn? Het is een gedeelde geschiedenis wij hebben het samen meegemaakt dan moet je toch ook samen kunnen bespreken? Als je mij persoonlijk vraagt ‘hoe diep zit de pijn’, dan is mijn antwoord: niet heel diep. Maar het zou mij wel heel diep raken, als we dit onderwerp nooit bespreekbaar konden maken en als men de impact ervan blijft ontkennen.’

‘Verder denk ik dat wij als afro-Surinaamse gemeenschap heel trots moeten zijn op onze voorouders. Dat waren hele sterke mensen die onder erbarmelijke omstandigheden de overtocht per schip uit Afrika maakten en overleefden. Zij hebben gestreden en gevochten voor hun vrijheid om ons een betere toekomst te geven. Dus mocht je soms denken dat je het tegenwoordig zwaar hebt, denk dan aan onze voorouders. Wij zijn sterk en trotse mensen net als onze voorouders en zullen altijd elke tegenslag te boven komen. Deze kracht en doorzettingsvermogen moeten wij ook aan onze kinderen doorgeven, zodat zij een goede toekomst tegemoet gaan. Laat het werk en de strijd van onze voorouders niet voor niets zijn geweest. Wij zijn het bijna verplicht aan hen om er nu iets van te maken. Zodat zij andersom ook trots op ons zouden zijn geweest.’