Hoe herdenk jij de afschaffing van de slavernij? – Mildred Uda-Lede
Een persoonlijk verhaal over Keti Koti. Verscheen in 2013 in het boek “Hoe diep zit de pijn?” met interviews en foto’s van Sanne van der Most. Nog te bestellen voor €10,00 via info@ketikotirotterdam.nl
Mildred Uda-Lede
‘Die onjuiste bejegening omdat ik een kleurtje heb, zal ik nooit pikken’
Door de slavernij beseffen wij maar al te goed welke prijs onze voorouders betaalden zodat wij nu als mens vrij mogen zijn. De slavernij heeft ons nabestaanden geleerd om anderen ongeacht huidskleur of sociaal maatschappelijke status te zien als persoon die er toe doet. Op 1 juli sta ik stil bij de verhalen van mijn betovergrootmoeder die zelf nog slaaf is geweest. Hoe beleefde zij die dag? Ik ben al heel lang bezig om mijn pijn te verlichten. Onder meer door met veel mensen in gesprek te gaan, zwart én wit. Maar ook door kennis te vergaren, door er veel over te lezen maar ook door er zelf over te schrijven. In 2012 verscheen mijn boek ‘Zoektocht in Vrijheid’ waarvoor ik 12 mensen heb geïnterviewd. Hun verhaal heeft anderen over de streep getrokken om over het onderwerp slavernij en de effecten op de huidige mens te praten.’
‘Op 1 juli 2013 verschijnt van mijn hand ook een kinderboek voor de basisschool met de titel: ‘De Bondruvogel en de oude laars’. Het is een verhaal dat helpt met kinderen in gesprek te gaan over het nare verleden van de Nederlandse slavernij en over hoe mensen met elkaar moeten samenwerken en vrij mogen zijn. De nieuwe generatie gaat er in sommige opzichten iets anders mee om. Ze nemen de dingen niet zo zwaar op. Maar als ze in situaties komen waarbij ze om onduidelijke reden onterecht anders behandeld worden dan witte Rotterdammers, dan kunnen zij net als hun ouders en grootouders fel reageren. De jonge generatie is hier geboren geworteld. Zij voelen zich Rotterdammer en vinden het nog vreemder dan hun ouders dat zij als buitenstaanders worden behandeld. Als rechtgeaarde Rotterdammers eisen zij dan hun plek op. Ook mijn eigen kinderen zijn geboren in Nederland. Wij hebben ze zo opgevoed dat zij geen onderscheid maken tussen mensen met wie zij omgaan. Als echte Rotterdammers in een multicultureel Rotterdam hebben zij vrienden met wortels uit alle hoeken van onze aarde.’
‘Er is veel veranderd, maar ook nog te veel bij het oude gebleven. Gekleurde Nederlanders hebben in menig opzicht hun plek veroverd in Rotterdam. De meesten doen mee en leveren een goede bijdrage aan onze Rotterdamse samenleving. Maar zolang er bij sollicitaties en bij uitgaansgelegenheden onderscheid gemaakt wordt omdat ze een kleurtje hebben, zijn wij er nog niet. Het is niet te verdragen dat goed opgeleide jonge mensen, geboren Rotterdammers, hun eigen naam die buitenlands klinkt, moeten verbergen bij sollicitaties. Dan is er in ons geliefd Rotterdam nog veel mis. De echt diepe pijn is bij mij al behoorlijk weggesleten. Ik heb nieuwe inzichten opgedaan en heb goede relaties opgebouwd met mensen uit alle lagen van onze Rotterdamse bevolking. Wat wel blijft is mijn alertheid op een onjuiste bejegening omdat ik een kleurtje heb. Dat pik ik niet, zal ik nooit pikken.’